Moderne dans is een dansvorm die uitgaat van de natuurlijke bewegingen van het menselijk lichaam: buigen, strekken, zwaaien, springen en vallen. Moderne dans is ontstaan in het begin van de 20ste eeuw uit de behoefte aan nieuwe, andere en vooral natuurlijke bewegingsvormen als reactie op het traditionele klassieke ballet.
In de les worden de verschillende stijlen (Graham, Limon en Cunningham) met elkaar gecombineerd. Kenmerkend hierin zijn het bewust en zorgzaam omgaan met het lichaam.
Bewegingsmogelijkheden gecombineerd met ritmische gewichtsverplaatsingen en bewegingen van armen en benen vormen het hoofdbestanddeel van de Cunningham techniek. De release techniek van Limon wordt vooral gekenmerkt door kracht op te bouwen door middel van ademhalingstechnieken om spieren aan te spannen en te ontspannen. In deze techniek wordt vooral gewerkt vanuit het bekken dat als zwaartepunt wordt gebruikt. De zwaartekracht wordt door middel van zwaaibewegingen van armen, hoofd en torso benadrukt.
Tijdens de les wordt er gewerkt aan spanning, ontspanning, ademhaling, houding, dynamiek en ruimtegebruik. Het dansplezier en de dansbeleving worden daarbij natuurlijk niet vergeten. In de les wordt gebruik gemaakt van verschillende muziekstijlen en de lessen worden meestal afgesloten met een danscombinatie.